Eén op de drie Nederlanders heeft weleens last van verstopping (ook wel obstipatie of constipatie genoemd). Er wordt gesproken van obstipatie als men minder dan 3 keer per week ontlasting heeft, die dan ook vaak hard is van samenstelling. Hoe vaak iemand precies naar het toilet moet voor de grote boodschap, verschilt van mens tot mens. Sommige mensen gaan meerdere keren per dag naar het toilet, anderen één keer per twee dagen.
Het eten dat we eten wordt in de darmen verteerd. Tijdens dit proces wordt ook vocht aan de voedselbrij onttrokken. Met name in de dikke darm wordt veel vocht aan de voedselbrij onttrokken en vervolgens naar de endeldarm doorgevoerd. Dan heet de voedselbrij ontlasting en is klaar om het lichaam te verlaten. Als de voedselbrij te lang in de dikke darm blijft, wordt er teveel vocht aan onttrokken en wordt het moeilijker om te poepen.
Meestal wordt de verstopping veroorzaakt door:
Een enkele keer wordt verstopping veroorzaakt door een ziekte of aandoening zoals bijvoorbeeld dikke darm poliepen, depressie of schildklierafwijkingen. Een andere reden voor verstopping kan zijn dat uw spieren van de bekkenbodem te gespannen of juist te slap zijn, waardoor de ontlasting moeizaam of maar in hele kleine porties naar buiten gebracht kan worden. Hierdoor ledig je nooit goed de endeldarm en geeft dit ophoping naar boven in de dikke darm. Hierdoor kunnen ook klachten als een opgeblazen gevoel of buikpijn ontstaan.
Gezonde voeding moet zeker voldoende vezels bevatten. Volkorenbrood, groente en fruit bevatten veel vezels. De vezels in de verschillende voedingsmiddelen verschillen van elkaar, dus het is het beste om regelmatig ook vezelproducten te variëren.
Vezels zijn onder te verdelen in twee groepen: oplosbare en niet-oplosbare vezels. Oplosbare vezels komen onverteerd in de dikke darm terecht waar ze door de darmbacterieën bewerkt worden. De stoffen die hierbij vrij komen, stimuleren de werking van de darmen. Oplosbare vezels zitten vooral in groente, fruit en peulvruchten. Niet oplosbare vezels komen ook onverteerd in de dikke darm terecht, maar gaan daar als een soort spons werken. Ze nemen veel vocht op en zorgen op deze manier voor meer en zachtere ontlasting. De niet oplosbare vezels zitten vooral in volkorenbrood, graanproducten en muesli. Vezelrijke voeding moet minstens 30 tot 40 gram voedingsvezels per dag bevatten. Als het moeilijk is om aan vezelrijke voeding te komen, dan kan dit aangevuld worden met zemelen of tarwekiemen, of met ontbijtgranen of vezelpreparaten (via apotheek of drogist).
Zeker bij vezelrijke voeding is het belangrijk om voldoende te drinken. Tenminste anderhalve tot twee liter vocht per dag. Vezels nemen veel vocht op en als je te weinig drinkt, zwellen de vezels onvoldoende op.
De ontlasting is dan niet zacht genoeg om prettig het lichaam weer te kunnen verlaten.
Begin de ochtend met één of twee glazen lauwwarm water op de nuchtere maag en drink overdag veel vloeistof of water (ten minste zes glazen per dag).
Lichaamsbeweging is goed voor de algehele conditie (zowel lichamelijk als geestelijk) en bevordert bovendiende darmwerking. Een half uur per dag stevig wandelen is al voldoende. Tennissen, fietsen, zwemmen of een andere sport is natuurlijk ook prima. Bewegen is een "must" voor de darmen!
Zodra je aandrang voelt, moet je eigenlijk meteen naar het toilet gaan. Anders bestaat de kans dat de ontlasting indroogt en harder wordt. Het ophouden van de ontlasting betekent ook vaak dat het zich die dag niet meer aandient en pas de volgende dag weer komt. Hierdoor treedt er meer ophoping op in de darmen.
Je kan niet ontlasten zonder aandrang dus probeer niet persend toch ontlasting kwijt te raken. Dit leidt op den duur tot veel meer problemen. Neem vooral de tijd voor de ontlasting.